Joden vieren verschillende festivals die voortkomen uit gebeurtenissen die uniek zijn voor hun geschiedenis. Een van hun bekendere feesten is Pesach. Joden vieren dit feest ter nagedachtenis aan hun bevrijding uit de slavernij in Egypte, zo’n 3500 jaar geleden. Het Pascha, opgetekend in Exodus, vormde het hoogtepunt van de tien plagen over Farao en Egypte. Voor het Pascha droeg Mozes elke Israëlitische familie op om een lam te slachten en het bloed ervan op de deurposten van hun huis te schilderen. De dood zou dan over hun huis heen gaan. Maar bij huizen zonder bloed aan de deurposten zou de oudste zoon sterven.
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_jewish-passover-1024x445.jpg)
Het eerste Pascha vond plaats op een specifieke dag op de Joodse kalender: 14 Nisan. God droeg de Joden, via Mozes, op om dit feest elk jaar op 14 Nisan te vieren. Nu blijven de Joden, als onderdeel van hun cultuur, het Pascha elke 14 Nisan vieren. Omdat de oude Joodse kalender lunisolair is, beweegt Nisan 14 zich rond in de moderne kalender en valt ergens tussen maart en april.
Jezus op Pesach
We hebben naar Jezus gekeken door zijn Joodse lens , en nemen elke dag van zijn Passieweek door. Dag 6 van die week, vrijdag, was 14 Nisan: het Joodse Pascha. Een korte terugblik voordat we de gebeurtenissen van die vrijdag bespreken.
Toen Jezus op zondag, dag 1 van die week, Jeruzalem binnenkwam, stond hij op de top van de berg Moria, waar Abraham 2000 jaar eerder had geprofeteerd dat er een groot offer ‘zal komen’ (toekomstige tijd). Toen verklaarde Jezus na zijn binnenkomst:
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_serpent-cross.jpg)
31 Nu wordt over de wereld rechtgesproken. Nu zal de heerser van deze wereld veroordeeld en verslagen worden.
Johannes 12:31
De ‘wereld’ zou draaien om de strijd die op die berg zou plaatsvinden, tussen hemzelf en Satan, de ‘vorst van deze wereld’, die op dag 5 Judas was binnengegaan om de Christus te slaan .
Het laatste Avondmaal
Vrijdag begon dag 6 van de Passieweek toen Jezus zijn laatste avondmaal deelde met zijn discipelen. We denken dat dit donderdagavond was. Maar aangezien de Joodse dag bij zonsondergang begon, begon hun vrijdag op wat wij zouden beschouwen als donderdagavond. Hier is een deel van de toespraak van Jezus tijdens die maaltijd.
27 Toen nam Hij de beker met wijn. Hij dankte God ervoor en gaf hem aan de leerlingen. Hij zei: “Drink hier allemaal van. 28 Deze wijn is mijn bloed waarmee God een nieuw verbond sluit met de mensen.[a] Mijn bloed wordt uitgegoten om de mensen te kunnen vergeven dat ze ongehoorzaam zijn aan God.
Mattheüs 26:27-28
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_holy-bread-1024x535.jpg)
Vervolgens legde hij door middel van voorbeelden en onderwijs uit hoe we elkaar moeten liefhebben en hij sprak over Gods grote liefde voor ons. Dit is hier allemaal opgetekend uit het Evangelie. Daarna bad hij voor al zijn volgelingen ( lees hier ).
In de tuin van Getsemane
Vervolgens begon hij zijn nachtwake in de Hof van Gethsemene, net buiten Jeruzalem.
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_jesus-praying.jpg)
Heinrich Hofmann , PD-US-verlopen , via Wikimedia Commons
36 Jezus ging met hen naar een tuin die Getsémané (= olijfpers) heet. Daar zei Hij tegen de leerlingen: “Gaan jullie hier zitten. Ik ga een eindje verderop bidden.” 37 Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met Zich mee. En Hij begon te bidden. Hij was heel erg bang en bedroefd. 38 Toen zei Hij tegen hen: “Ik ben verschrikkelijk bedroefd. Ik ga zowat dood van verdriet. Blijven jullie hier. Blijf wakker en wacht op Mij.”
Mattheüs 26:36-38
36 Jezus ging met hen naar een tuin die Getsémané (= olijfpers) heet. Daar zei Hij tegen de leerlingen: “Gaan jullie hier zitten. Ik ga een eindje verderop bidden.” 37 Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met Zich mee. En Hij begon te bidden. Hij was heel erg bang en bedroefd. 38 Toen zei Hij tegen hen: “Ik ben verschrikkelijk bedroefd. Ik ga zowat dood van verdriet. Blijven jullie hier. Blijf wakker en wacht op Mij.” 39 Hijzelf liep een eindje verder. Daar knielde Hij neer met zijn gezicht tot op de grond en bad: “Vader, als het mogelijk is, laat Mij dan alstublieft niet de wijnbeker van uw straf leeg hoeven te drinken.[a] Maar Ik zal niet doen wat Ik Zelf wil, maar wat Ú wil.”
40 Toen ging Hij naar de drie leerlingen terug. Hij zag dat ze in slaap waren gevallen. Hij zei tegen Petrus: “Kon je niet eens één uur met Mij wakker blijven? 41 Blijf wakker en bid dat je niet verleid wordt om het verkeerde te doen. Je wíl wel graag het goede doen, maar dat is wel heel erg moeilijk.”
42 Daarna ging Hij voor de tweede keer weg en bad: “Vader, als het echt nodig is dat Ik de wijnbeker van uw straf leegdrink, zal Ik het doen omdat U het wil.” 43 Toen Hij terug kwam, merkte Hij dat ze weer in slaap waren gevallen. Want hun ogen waren zwaar van de slaap. 44 Hij liet hen daar en ging opnieuw weg en bad voor de derde keer. Hij bad hetzelfde als de vorige keren. 45 Toen kwam Hij bij zijn leerlingen terug en zei tegen hen: “Slaap nu maar en rust uit. Het is genoeg geweest. Nu komt het moment dat de Mensenzoon door slechte mensen gevangen genomen zal worden.”
Mattheüs 26:36-46
De discipelen konden niet wakker blijven en de wake was net begonnen! Het Evangelie beschrijft vervolgens hoe Judas hem verraadde.
De arrestatie in de tuin
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_soldiers.jpg)
2 Ook Judas die Hem ging verraden, kende die tuin. Want Jezus was daar vaak met zijn leerlingen geweest. 3 Judas kwam daar ook naartoe. Hij had een groep soldaten en tempelbewakers meegekregen. Ze hadden lantarens, fakkels en wapens bij zich. 4 Jezus wist wat er allemaal met Hem zou gaan gebeuren. Hij stapte naar voren en zei tegen hen: “Wie zoeken jullie?” 5 Ze antwoordden Hem: “Jezus van Nazaret.” Hij zei tegen hen: “IK BEN dat.”[a] Ook Judas die Hem had verraden, stond bij hen. 6 Toen Jezus zei: ‘IK BEN dat,’ wankelden ze achteruit en vielen op de grond. 7 Jezus vroeg opnieuw: “Wie zoeken jullie?” En ze zeiden: “Jezus van Nazaret.” 8 Jezus zei: “Ik zei jullie toch dat IK dat BEN. Als jullie Mij zoeken, laat deze mannen dan gaan.” 9 Zo gebeurde wat Jezus kort hiervoor had gezegd: ‘Van de mensen die U Mij heeft gegeven, heb Ik niemand verloren laten gaan.’ 10 Simon Petrus had een zwaard bij zich. Hij trok het en sloeg het rechteroor van de slaaf van de hogepriester af. Die slaaf heette Malchus. 11 Jezus zei toen tegen Petrus: “Steek je zwaard weg. Ik moet de beker van Gods straf leegdrinken[b] die de Vader Mij geeft. Het is nodig dat dit allemaal gebeurt.“
12 De soldaten, hun hoofdman en de tempelbewakers namen Jezus gevangen en bonden Hem vast. 13 Ze namen Hem eerst mee naar Annas, de schoonvader van de hogepriester Kajafas.
Johannes 18:2-13
Jezus was naar de tuin gegaan om te bidden. Daar bracht Judas soldaten om hem te arresteren. Als we dreigen gearresteerd te worden, kunnen we proberen te vechten, vluchten of ons verstoppen. Maar Jezus deed geen van deze dingen. Hij gaf toe dat hij de persoon was die ze zochten. Zijn duidelijke bekentenis (“Ik ben hij”) deed de soldaten schrikken, zodat zijn discipelen ontsnapten. Jezus liet zich arresteren en ze namen hem mee voor ondervraging.
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_arrested.jpg)
Het eerste verhoor
Het evangelie vermeldt hoe ze hem ondervroegen:
19 De hogepriester stelde Jezus vragen over zijn leerlingen en over wat Hij aan de mensen leerde. 20 Jezus antwoordde hem: “Ik heb openlijk tegen de mensen gesproken. Ik gaf aldoor les in de synagoge en in de tempel, waar de Joden uit alle plaatsen bij elkaar komen. Ik heb niets in het geheim gedaan. 21 Waarom stelt u Mij dan nu vragen? Vraag aan de mensen die hebben geluisterd wat Ik heb verteld. Zij weten wat Ik heb gezegd.” 22 Toen sloeg één van de knechten Jezus in zijn gezicht en zei: “Hoe durf Je zó tegen de hogepriester te spreken?” 23 Jezus antwoordde: “Als Ik iets verkeerds heb gezegd, zeg Mij dan wát er verkeerd was. Maar als het goed was, waarom sla je Me dan?” 24 (Annas had Hem geboeid naar de hogepriester Kajafas gestuurd.)
Johannes 18:19-24
Daarom stuurden ze Jezus naar de hogepriester voor een tweede ondervraging.
Het tweede verhoor
Daar ondervroegen ze hem in het bijzijn van alle leiders. Het Evangelie registreerde ook deze tweede ondervraging:
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_high-priest.jpg)
53 Ze namen Jezus mee naar de hogepriester. Alle leiders van de priesters, de leiders van het volk en de wetgeleerden waren daar. 54 Petrus volgde Hem op een afstand. Hij liep mee de binnenplaats van het huis van de hogepriester op. Daar ging hij tussen de dienaren zitten om zich bij het vuur te warmen.
55 De leiders van de priesters en de leiders van het volk wilden Hem ter dood veroordelen. Maar ze konden niemand vinden die Hem van iets kon beschuldigen waarop de doodstraf stond. 56 Want er waren wel heel veel mensen die met gelogen beschuldigingen kwamen, maar wat de één zei klopte nooit met wat een ander zei. 57 Tenslotte stonden er een paar mannen op die ook iets van Jezus zeiden dat niet helemaal waar was. 58 Ze zeiden: “We hebben Hem horen zeggen: ‘Ik zal deze tempel die door mensen is gemaakt, afbreken. En binnen drie dagen zal Ik een andere bouwen, die niet door mensen is gemaakt.’ ” 59 Maar ook hierbij klopte wat de één zei niet met wat een ander zei.
60 Toen stond de hogepriester op en ondervroeg Jezus: “Waarom antwoord Je niets op deze beschuldiging?” 61 Maar Jezus zweeg en gaf geen antwoord. Toen vroeg de Hogepriester Hem weer: “Ben Jij de Messias, de Zoon van de Gezegende God?” 62 Jezus zei: “IK BEN het.[a] En u zal de Mensenzoon zien als Hij naast de Almachtige God zit en op de wolken komt.” 63 De hogepriester riep uit: “We hebben verder geen beschuldigingen meer nodig! 64 Jullie hebben zelf gehoord dat Hij God heeft beledigd! Wat vinden jullie?” En ze vonden allemaal dat Hij de doodstraf moest krijgen.
65 Sommige mensen begonnen Hem te bespugen, en ze gooiden een doek over zijn hoofd, stompten Hem met hun vuisten en zeiden tegen Hem: “Profeteer eens wie Je heeft geslagen!” En de tempelbewakers sloegen Hem in zijn gezicht.
Markus 14:53-65
Jezus noemt zichzelf in dit gesprek de ‘Mensenzoon’. Dit is een titel vol profetische betekenis, die we hier onderzoeken .
De Joodse leiders veroordeelden Jezus echter ter dood. Maar aangezien de Romeinen over hen regeerden, kon alleen de Romeinse gouverneur een executie goedkeuren. Daarom brachten ze Jezus naar de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus.
Jezus ondervraagd door de Romeinse gouverneur
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_barabbas.jpg)
11 Toen werd Jezus naar stadhouder Pilatus gebracht. Pilatus ondervroeg Hem: “Ben Jij de koning van de Joden?”[a] Jezus zei: “U zegt het zelf.” 12 De leiders van de priesters en de leiders van het volk vertelden waar ze Hem van beschuldigden. Maar Jezus antwoordde niets. 13 Toen zei Pilatus tegen Hem: “Hoor Je dan niet waar ze Je allemaal van beschuldigen?” 14 Maar Jezus antwoordde hem op geen enkele vraag. Daar was Pilatus erg verbaasd over.
15 Pilatus had de gewoonte om op het feest een gevangene vrij te laten. De mensen mochten zelf beslissen wie ze vrij wilden hebben. 16 Op dat moment zat er een gevaarlijk man gevangen: Barabbas. 17 Omdat ze nu toch bij hem waren, vroeg Pilatus aan de mensen: “Wie willen jullie dat ik deze keer vrijlaat: Barabbas, of Jezus die de Messias wordt genoemd?” 18 Want Pilatus wist dat ze Jezus gevangen hadden genomen omdat ze jaloers waren.
19 Terwijl hij daar zo zat om over Jezus recht te spreken, kreeg hij een bericht van zijn vrouw. Ze liet hem weten: “Bemoei je niet met deze onschuldige man. Want ik heb vannacht in een droom veel verdriet om Hem gehad.” 20 Maar de leiders van de priesters en de leiders van het volk stookten de mensen op. Ze moesten Pilatus vragen om Barabbas vrij te laten en Jezus te laten doden. 21 Pilatus vroeg: “Wie van de twee moet ik van jullie vrijlaten?” Ze riepen: “Barabbas!” 22 Pilatus zei tegen hen: “Wat moet ik dan doen met Jezus die de Messias wordt genoemd?” Ze riepen allemaal: “Hij moet aan het kruis!” 23 Pilatus zei: “Wat heeft Hij dan voor kwaad gedaan?” Maar ze schreeuwden nog harder: “Aan het kruis met Hem!” 24 Pilatus zag dat niets hielp om Jezus vrij te krijgen. Het dreigde een hele rel te gaan worden. Hij liet een kom water brengen. Hij waste daarmee zijn handen als teken dat hij niet schuldig was aan de dood van Jezus. En hij zei: “Ik ben onschuldig aan de dood van deze man die onschuldig is. Jullie moeten zelf maar zien wat ervan komt.” 25 Het hele volk riep: “Het kan ons niet schelen wat ervan komt. Wij en onze kinderen zullen de gevolgen dragen van zijn dood!” 26 Toen liet Pilatus Barabbas vrij. Maar Jezus gaf hij aan de soldaten. Ze moesten Hem eerst zweepslagen geven en Hem daarna kruisigen.
Mattheüs 27:11-26
De kruisiging, dood en begrafenis van Jezus
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_cross.jpg)
Het Evangelie registreert vervolgens de details van de kruisiging van Jezus.
27 De soldaten namen Jezus mee naar het gerechtsgebouw. Daar riepen ze alle soldaten erbij. 28 Ze trokken Hem zijn kleren uit en deden Hem een paarse mantel om. 29 Ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ook gaven ze Hem een rieten stok als staf in de hand. Toen vielen ze voor Hem op hun knieën en zeiden spottend: “We groeten U, koning van de Joden!” 30 Ze bespuugden Hem, pakten de rieten stok en sloegen Hem ermee op zijn hoofd. 31 Toen ze er genoeg van hadden om Hem te bespotten en belachelijk te maken, deden ze Hem de mantel weer af. Ze trokken Hem zijn eigen kleren weer aan. Daarna namen ze Hem mee om Hem te kruisigen.
Mattheüs 27:27-31
De kruisiging van Jezus
21 En ze grepen een man die voorbij kwam en die net van zijn land kwam. Ze dwongen hem om Jezus’ kruis te dragen. Dat was Simon uit Cyrene, de vader van Alexander en Rufus.
22 Ze brachten Hem naar de plek die Golgota heet. Dat betekent ‘Schedelplaats’. 23 Ze wilden Hem wijn gemengd met mirre te drinken geven. Maar Hij wilde die niet drinken. 24 Toen spijkerden ze Hem aan het kruis. En ze verdeelden zijn kleren door erom te loten.
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_rebels-on-cross.png)
naar Peter Paul Rubens , FAL, via Wikimedia Commons
25 Het was negen uur ‘s morgens toen ze Hem aan het kruis hingen. 26 Boven zijn hoofd hing een bord waarop stond waarom Hij de doodstraf had gekregen. Er stond op: ‘De koning van de Joden.’
27 Samen met Hem kruisigden ze twee moordenaars. De één links en de ander rechts van Hem. 28 Zo gebeurde wat al in de Boeken stond: ‘Hij werd als een misdadiger behandeld.’
29 De mensen die voorbij kwamen, scholden Hem uit. Ze schudden spottend hun hoofd en zeiden: “Hé, Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt! 30 Red Jezelf en kom van dat kruis af!” 31 De leiders van de priesters en de wetgeleerden zeiden hetzelfde. Ze zeiden ook: “Anderen heeft Hij gered, maar Zichzelf kan Hij niet redden. 32 Laat de Messias, de koning van Israël, maar eens van dat kruis af komen! Dan zullen we in Hem geloven.” Ook de mannen die samen met Hem waren gekruisigd zeiden zulke dingen tegen Hem.
De dood van Jezus
33 Vanaf ongeveer twaalf uur werd het helemaal donker in het hele land. Dat duurde tot ongeveer drie uur ‘s middags. 34 Toen riep Jezus luid: “Eloï, Eloï, lama sabachtani!” Dat betekent: ‘God, mijn God, waarom heeft U Mij verlaten?’
35 Een paar mensen die erbij stonden, zeiden: “Hoor, Hij roept Elia!”
36 Eén van de mensen liep naar Hem toe. Hij doopte een spons in zure wijn, stak die op een stok en gaf Hem te drinken. Hij zei: “Wacht even. Dan zullen we zien of Elia komt om Hem er af te halen.”
37 Maar Jezus gaf een luide schreeuw en stierf.
38 Op dat moment scheurde het gordijn in de tempel van boven naar beneden in tweeën.[a] 39 De legerhoofdman die tegenover Jezus stond, zag hoe Jezus stierf. Hij riep uit: “Ja, dit was écht Gods Zoon!”
Markus 15:21-39
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_crucifixion.jpg)
‘Doorboord’ in zijn zij
Het evangelie van Johannes vermeldt een fascinerend detail van de kruisiging. Er staat dat:
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_side-pierced.jpg)
31 De Joden wilden niet dat de mannen op de heilige rustdag aan het kruis zouden blijven hangen. (Het was namelijk een bijzondere heilige rustdag, omdat hij in de week van het Feest van de Ongegiste Broden viel.) Daarom vroegen ze aan Pilatus om de benen van de mannen te laten breken en ze dan van het kruis te laten halen. Want het was nu de dag van de voorbereiding.[a]32 Toen kwamen de soldaten en braken de benen van de twee mannen die tegelijk met Jezus waren gekruisigd. 33 Maar toen ze bij Jezus kwamen, zagen ze dat Hij al was gestorven. Daarom braken ze zijn benen niet. 34 Maar één van de soldaten stak voor de zekerheid zijn speer in Jezus’ zij. Onmiddellijk kwam er water en bloed uit. 35 Ik, Johannes, heb dat zelf gezien. Daarom heb ik het jullie verteld, en ik hoop dat jullie het ook geloven. Want het is echt waar.
Johannes 19:31-35
Johannes zag hoe de Romeinse soldaten de zijde van Jezus met een speer doorboorden. Er kwam bloed en water uit, wat aangeeft dat hij stierf aan hartfalen.
Jezus’ begrafenis
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/05/day-6_burial.jpeg)
Het Evangelie vermeldt de laatste gebeurtenis die dag: zijn begrafenis.
57 Toen het avond was geworden, kwam er een man bij Pilatus. Hij was een leerling van Jezus en heette Jozef. Hij was een rijk man uit Arimatea. 58 Hij vroeg aan Pilatus of hij Jezus mocht begraven. Toen gaf Pilatus het bevel dat ze Jezus’ lichaam aan deze Jozef moesten meegeven. 59 Jozef nam het lichaam en wikkelde het in linnen doeken. Hij had voor zichzelf een nieuw graf in de rotsen laten uithakken. Daar legde hij Jezus in. 60 Daarna rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. 61 Maria Magdalena en de andere Maria gingen tegenover het graf zitten.
Mattheüs 27:57-61
Dag 6 – Goede Vrijdag
Elke dag op de Joodse kalender begon bij zonsondergang. Dag 6 begon dus met het feit dat Jezus zijn laatste avondmaal met zijn discipelen deelde. Tegen het einde van die dag was hij gearresteerd, gedurende de nacht vele malen berecht, gekruisigd, met een speer doorboord en begraven. Pijn, verdriet, vernedering en dood kenmerkten deze dag en daarom gedenken mensen het in plechtige contemplatie. Maar deze dag heet ‘Goede Vrijdag’. Maar hoe kan een dag van verraad, marteling en dood ooit ‘goed’ worden genoemd? We krijgen een hint in Psalm 22 , 1000 jaar vóór Jezus geschreven.
Waarom Goede Vrijdag en niet ‘Slechte Vrijdag’?
Door het drinken van de ‘beker’ die Jezus van zijn Vader had gekregen, werd de wereld gered. Het viel op 14 Nisan, dezelfde dag als de Paschadag, toen geofferde lammeren het volk 1500 jaar eerder van de dood redden. Het is dezelfde dag waarop de Joden hun verlossing van de dood herdachten. De timing van de kruisiging van Jezus was afgestemd op het Joodse Pascha. Dit is de reden waarom Pesach heel dicht bij Goede Vrijdag valt, waarbij de variantie wordt uitgelegd in de voetnoot hieronder [i]
Het bord op de berg Moria tijdens Pesach
De locatie van zijn kruisiging was op de berg Moria, net buiten de poorten van Jeruzalem. Dit was de plaats waar 2000 jaar eerder een lam de plaats van Isaak had ingenomen toen Abraham hem aan God aanbood. De kruisiging van Jezus komt qua datum zo duidelijk overeen met de geofferde Paschalammeren en qua locatie met het lam dat voor Isaak werd geofferd. Dit is een teken dat de kruisiging van Jezus het middelpunt van Gods plan vormt. Het is geen dwaas geloof om dit te geloven, maar het laat eenvoudig toe dat deze historische feiten hun betekenis laten spreken. De grafiek voor vrijdag, dag 6 van de Passieweek, toont deze coördinatie door de eeuwen heen.
![](https://considerjesus.thelife.today/wp-content/uploads/sites/11/2023/01/day-6-passion-week-1024x576.jpg)
Verslagen over mensen eindigen met hun dood, maar niet over Jezus. Vervolgens kwam de sabbat – dag 7.
[i] Jezus werd gekruisigd op Pesach, 14 Nisan van de Joodse Lunisolaire kalender. Maar de internationaal gebruikte standaardkalender is de Gregoriaanse kalender met zijn 365,24 dagen per jaar. Dus in de 3e eeuw na Christus bedachten kerkelijke functionarissen een andere manier om Goede Vrijdag en Pasen voor deze kalender te berekenen. Paaszondag was vastgesteld op de eerste zondag na de eerste volle maan na de equinox van 21 maart. Omdat de Joodse maanden maanmaanden zijn, zal 14 Nisan altijd op een volle maan landen. Met de herziene methode om de datum van Pasen te berekenen, liggen de feesten Pesach en Pasen meestal dicht bij elkaar. Maar meestal is dat niet op dezelfde dag.
Leave a Reply