De Evangeliën vertellen ons dat Jezus onmiddellijk na zijn doop …
12 Onmiddellijk daarna stuurde de Geest Jezus naar de woestijn. 13 Daar werd Hij 40 dagen lang door de duivel op de proef gesteld.[a] Hij leefde bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem.
Markus 1:12-13
Wij vinden het misschien nogal vreemd dat Jezus direct de wildernis in ging om op de proef te worden gesteld. En waarom 40 dagen? Maar dit is niet willekeurig. Jezus doet hiermee een verbazingwekkende bewering. Om dit te zien moeten we de Israëlitische geschiedenis van 1500 jaar vóór Jezus’ tijd kennen.
Flashback naar Israëls woestijntesten
Direct na Israëls doop bij het oversteken van de Zee , …
16 Toen ze van Elim vertrokken, kwamen ze in de Sin-woestijn. Die ligt tussen Elim en de berg Sinaï. Het was de 15e dag van de tweede maand sinds ze uit Egypte waren vertrokken. 2 Het hele volk Israël mopperde en klaagde in de woestijn tegen Mozes en Aäron. 3 Ze zeiden: “Waren we maar in Egypte door de Heer gedood. Toen hadden we tenminste vlees te eten en meer dan genoeg brood. Want jullie hebben ons in deze woestijn gebracht om ons hier allemaal te laten sterven van de honger.”
Exodus 16:1-3
Onmiddellijk na hun doop gingen zij de woestijn in, waar zij door honger op de proef werden gesteld. En uiteindelijk bleven ze 40 jaar in de woestijn!
13 Daarom liet Hij hen 40 jaar lang in de woestijn rondtrekken. Totdat alle mensen die Hem ongehoorzaam waren geweest, gestorven waren.
Numeri 32:13
Jezus ondergaat de tests van Israël opnieuw en slaagt namens de natie
Jezus hernam deze beproeving van Israël in de woestijn. Zijn tests in de woestijn gedurende 40 dagen weerspiegelden de tests van Israël gedurende 40 jaar. Door dit te doen beweerde hij symbolisch Israël te vertegenwoordigen . Merk op hoe de verleider Jezus op de proef stelde.
4 Daarna stuurde de Heilige Geest Jezus naar de woestijn. Daar moest Jezus door de duivel op de proef worden gesteld. 2 Hij bleef 40 dagen in de woestijn. Al die tijd at Jezus niets. Tenslotte kreeg Hij honger.
3 Toen kwam de duivel. Hij zei tegen Hem: “Als U Gods Zoon bent, zeg dan tegen deze stenen dat ze in broden moeten veranderen.”
4 Maar Jezus antwoordde: “In de Boeken staat: ‘Je kan niet alleen van brood leven. Alles wat God zegt, heb je óók nodig om te leven.’ “
Mattheüs 4:1-4
De verleider stelde Jezus direct na zijn doop voor het eerst met honger op de proef. Hoe zou hij zich gedragen als hij honger had? Dit was precies dezelfde eerste test waar Israël doorheen ging.
De tweede verleiding was het op de proef stellen van Gods voorziening.
5 Toen nam de duivel Hem mee naar Jeruzalem. Daar zette hij Hem op de rand van het dak van de tempel. 6 En hij zei tegen Jezus: “Als U Gods Zoon bent, spring dan naar beneden. Er staat toch in de Boeken: ‘God zal zijn engelen de opdracht geven dat ze U op hun handen moeten dragen. Dan zult U uw voeten niet aan een steen stoten.’ “
11 Want Hij zal zijn engelen bevelen
Psalmen 91:11-12
dat ze je moeten beschermen, waar je ook gaat.
12 Ze zullen je op hun handen dragen,
zodat je je voeten niet zal stoten.
7 Jezus antwoordde: “Maar er staat ook in de Boeken: ‘Je mag je Heer God niet uitdagen.’ “
Mattheüs 4:5-7
In hun veertig jaar in de woestijn heeft de natie Israël God vele malen op de proef gesteld, waaronder: toen ze God op de proef stelden om hen in Massah van water te voorzien , terwijl ze vlees in plaats van brood verlangden en uit angst weigerden het land binnen te gaan. . Net als Israël kreeg Jezus nu met dezelfde verleiding te maken, maar dit Israël doorstond de test.
Op wie doelt de duivel?
Merk op hoe de duivel Psalm 91 citeert om Jezus te verleiden. Zie de volledige passage waaruit hij slechts een deel heeft geciteerd (dat is onderstreept).
10 Geen ramp zal je overkomen.
Psalmen 91:10-13
Geen ziekte zal je huis binnendringen.
11 Want Hij zal zijn engelen bevelen
dat ze je moeten beschermen, waar je ook gaat.
12 Ze zullen je op hun handen dragen,
zodat je je voeten niet zal stoten.
13 Leeuwen en adders
zul je onder je voeten vertrappen.
Merk op dat deze psalm verwijst naar een ‘jij’, waarvan de duivel geloofde dat het de ‘Zoon van God’ verwees. Maar in Psalm 91 staat niet ‘Zoon van God’, dus hoe heeft de duivel ‘Zoon van God’ uit Psalm 91 afgeleid?
De Leeuw – Terug naar Jacob
Psalm 91 verklaarde dat deze ‘jij ‘ de ‘ grote leeuw ‘ en ‘ de slang ‘ zou vertrappen (v.13). De ‘leeuw’ is een verwijzing naar de stam Juda van de Israëlieten. Jakob had bij de dageraad van de natie geprofeteerd dat:
8 Juda, je zal door je broers worden geprezen. Je zal je vijanden overwinnen. Je eigen broers zullen voor je buigen. 9 Je lijkt op een jonge leeuw die na de jacht, als hij zijn prooi heeft opgegeten, op een hoge plaats gaat rusten. Wie zal hem daar durven storen? 10 De koningsstaf zal altijd in zijn hand zijn. Zijn heersersstaf zal altijd regeren, totdat Silo (= ‘Vredevorst’) komt. Alle volken zullen hem gehoorzamen.
Genesis 49:8-10
Jakob had verklaard dat de stam Juda als een leeuw was waaruit een ‘hij’ zou komen en dat deze ‘hij’ zou regeren. Psalm 91 had dit thema voortgezet. Door te verklaren dat ‘jij’ de ‘leeuw’ zou vertrappen, zei Psalm 91 dat hij de heerser van Juda zou zijn.
De slang – Terug naar de tuin
In Psalm 91, die de duivel citeerde, stond ook dat hij ‘ de slang zou vertrappen ‘. Dit is een directe verwijzing naar de Belofte in de Hof dat het ‘nageslacht van de vrouw’ de slang zou verpletteren. Laten we het bekijken met een diagram dat de personages en hun relaties in deze belofte laat zien:
15 En jij en de vrouw zullen elkaars vijanden zijn. En jouw kinderen en haar kind[a] zullen elkaars vijanden zijn. Haar kind zal jouw kop verpletteren en jij zal de hiel van haar kind verpletteren.”[b]
Genesis 3:15
Hier wordt in meer detail besproken dat God deze belofte in de Hof had gedaan, maar de details niet had ingevuld. Nu weten we dat ‘De Vrouw’ Maria [i] is , omdat zij de enige persoon was die een nageslacht had zonder man – ze was maagd . Daarom zien wij nu dat haar nageslacht, de beloofde ‘hij’, Jezus is. De oude belofte voorspelde dat Jezus (de ‘hij’) de slang zou verpletteren. Psalm 91, die Satan had aangehaald om Jezus te verleiden, had de belofte herhaald
‘Gij zult de grote leeuw en de slang vertrappen. “ (v13)
De duivel citeerde Psalm 91, die op zijn beurt verwees naar deze twee eerdere profetieën over een komende ‘hij’ die zou regeren en ook de duivel zou verpletteren. Zo wist de verleider dat de verzen die hij in de Psalmen aanhaalde, verwezen naar de Zoon van God (=heerser) . De duivel verleidde Jezus om deze beloften op de verkeerde manier te vervullen. Deze profetieën zouden niet in vervulling gaan doordat Jezus van de tempel sprong om de aandacht op zichzelf te vestigen, maar doordat Jezus het plan volgde dat door de voorgaande profeten was geopenbaard.
De derde verleiding – wie moeten we aanbidden?
8 Daarna nam de duivel Jezus mee naar een hoge berg. Vanaf die berg liet hij Jezus alle koninkrijken van de wereld zien, met al hun macht en rijkdom. 9 En hij zei tegen Jezus: “Dat geef ik allemaal aan U, als U voor mij neerknielt en mij aanbidt!”
10 Toen zei Jezus: “Ga weg, duivel! Er staat toch ook in de Boeken: ‘Aanbid je Heer God en dien alleen Hém.’
11 Toen liet de duivel Hem met rust. En er kwamen engelen om Hem te dienen.
Mattheüs 4:1-11
Terwijl Mozes veertig dagen op de Sinaïberg was geweest en de Tien Geboden had ontvangen , begon Israël het Gouden Kalf te aanbidden. Zoals de Bijbel vertelt
32 Toen het volk zag dat Mozes maar niet van de berg terugkwam, gingen ze naar Aäron. Ze zeiden tegen hem: “Kom, maak goden voor ons die ons kunnen leiden. Want we weten niet wat er is gebeurd met die Mozes, die man die ons uit Egypte heeft gehaald.” 2 Aäron antwoordde: “Geef mij de gouden oorringen van jullie vrouwen, zonen en dochters.”
Exodus 32:1-2
Dus gingen ze verder met het maken en aanbidden van het Gouden Kalf. Israël faalde zelfs voordat de test was begonnen. Door deze derde verleiding te weerstaan , herhaalde Jezus die test opnieuw. En door hem slaagde Israël nu voor de test.
‘Christus’ betekent ‘gezalfd’ om te regeren, dus Jezus heeft het recht om te regeren. Satan verleidde Jezus met wat hem rechtmatig toekwam, maar Satan verleidde hem om een verkeerde kortere weg naar zijn heerschappij te nemen, en hij verleidde Jezus om hem te aanbidden om het te verkrijgen. Jezus weerstond de verleiding van Satan door (opnieuw) Mozes te citeren.
Jezus – iemand die ons begrijpt
Deze verleiding van Jezus is voor ons cruciaal. De Bijbel zegt over Jezus:
18 Want Jezus heeft Zelf óók geleden toen de duivel probeerde Hem ongehoorzaam aan God te maken. Daardoor kan Hij de mensen te hulp komen als hun dat ook gebeurt.
Hebreeën 2:18
En
15 We hebben een Hogepriester die ons kan begrijpen als we zwak zijn. Want we hebben een Hogepriester die op dezelfde manier als wij met het kwaad te maken heeft gekregen. Maar Híj werd nooit ongehoorzaam aan God. 16 Daarom mogen we altijd vol vertrouwen naar Gods troon komen. God verlangt ernaar om ons te vergeven. Daarom zullen we van Hem vergeving krijgen wanneer we verkeerd hebben gedaan. Want Hij zal altijd goed en vriendelijk voor ons zijn. Hij zal ons op het juiste moment te hulp komen. (lees verder)
Hebreeën 4:15-16
We gaan er vaak van uit dat we op eigen kracht het goed kunnen maken met God. Of we vertrouwen erop dat een religieuze functionaris onze Middelaar voor God zal zijn. Maar Jezus is de Hogepriester die met ons meeleeft en ons begrijpt. Hij helpt ons in onze verleidingen, juist omdat hij zelf verleid werd – en toch zonder zonde. En zo kunnen we vertrouwen voor God hebben met Jezus als onze Hogepriester, omdat hij de moeilijkste verleidingen onderging, maar nooit toegaf en zondigde. Hij is iemand die ons begrijpt en ons kan helpen met onze eigen verleidingen en zonden. Hij is de enige die geestelijk gekwalificeerd is om onze Priester te zijn. De vraag is: laten we hem toe?
Conclusie
We hebben gezien hoe de verleidingen van Jezus waren, zoals zijn geboorte , de vlucht uit zijn kindertijd en de doop , zijn aanspraak de vervulling van Israël te zijn – hoe Israël zich had moeten ontwikkelen. Zijn 40 dagen in de wildernis vormden ook het patroon van Mozes’ 40 dagen zonder te eten terwijl hij de Tien Geboden ontving. Jezus volgt zowel het voorbeeld van Mozes als Israël. We gaan hier dieper op in als Jezus zijn onderricht bediening begint . Wij sluiten hier ons onderzoek af .
[i] ‘De Vrouw’ is eveneens een verwijzing naar Israël. Israël wordt afgebeeld als een vrouw die verloofd is met God (Jesaja 62:5, Ezechiël 16:32, Jeremia 3:20) en wordt ook zo afgebeeld in Openbaring 12. Er zijn dus twee gelijkwaardige identiteiten voor ‘de vrouw’ uit Genesis 3: 15
Leave a Reply