We zagen hoe Jesaja het beeld van The Branch gebruikte. Er kwam een ’hij’ uit de gevallen dynastie van David, die wijsheid en macht bezat. Vervolgens vervolgde Jeremia door te zeggen dat deze Tak bekend zou staan als de HEER (de oudtestamentische naam voor God) zelf.
Zacharia vervolgt De Tak

De profeet Zacharias leefde in 520 vGT, vlak nadat het Joodse volk na hun eerste ballingschap naar Babylon naar Jeruzalem terugkeerde. In die tijd was het Joodse volk bezig met de wederopbouw van hun verwoeste tempel. De Hogepriester was toen een man genaamd Joshua, en hij begon het werk van de priesters opnieuw. Zacharias, de profeet, werkte samen met zijn collega Jozua, de Hogepriester, bij het leiden van het Joodse volk. Dit is wat God – via Zacharias – over deze Jozua zei:
8 Luister, hogepriester Jozua, jij en de priesters die bij je horen zijn een teken van dingen die nog komen. Ik zal mijn dienaar sturen, de jonge tak.[a] 9 Kijk, Ik leg een steen voor je neer. Op die ene steen zijn zeven ogen.[b] En kijk, op die steen zal Ik Zelf een tekst schrijven, zegt de Heer van de hemelse legers. En op een dag zal Ik de schuld van dit land wegdoen.
Zacharia 3:8-9
De tak ! Begonnen door Jesaja 200 jaar eerder, voortgezet door Jeremia 60 jaar eerder, gaat Zacharias verder met ‘The Branch’. Hier noemt God de Tak ook ‘ mijn dienaar ‘. Op de een of andere manier was de hogepriester Jozua in Jeruzalem in 520 vGT, collega van Zacharias, ‘symbolisch’ voor deze komende gemeente.
Maar hoe?
Er staat dat op ‘één enkele dag’ de zonden door de HEER zullen worden weggenomen. Hoe zou dat gebeuren?
De Tak: Verenigende Priester en Koning
Om dit te begrijpen moeten we weten dat God de rollen van Priester en Koning in de Bijbel strikt gescheiden heeft. Geen van de koningen kon priester zijn, en de priesters konden geen koningen zijn. De rol van de priester was om te bemiddelen tussen God en de mens door offers aan God te brengen. De verantwoordelijkheid van de koning was om met gerechtigheid vanaf de troon te regeren. Beiden waren cruciaal; beiden waren verschillend. Toch schreef Zacharias dat in de toekomst:
9 De Heer zei tegen mij:
Zacharia 6:9
11 Maak van het zilver en het goud dat ze meegebracht hebben twee kronen. Zet één daarvan op het hoofd van de hogepriester Jozua, de zoon van Jozadak. 12 Zeg tegen hem: ‘Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Er zal een man komen, die ‘jonge tak’ genoemd zal worden.[a] Hij zal in dit land ontstaan en opgroeien. Hij zal de tempel van de Heer bouwen. 13 Ja, Hij zal de tempel van de Heer bouwen en Hij zal als koning geëerd worden en als koning heersen. Hij zal ook priester zijn. Hij zal koning en priester tegelijk zijn, in vrede.’
Zacharia 6:11-13
Tegen eerder precedent in moest Jozua, de hogepriester in de tijd van Zacharias, symbolisch de koningskroon als Spruit opzetten. (Denk eraan dat Jozua ‘symbolisch was voor de dingen die komen gaan’). Jozua, de Hogepriester, profeteerde door het opzetten van de kroon een toekomstige vereniging van Koning en Priester in één persoon. Deze komende Tak zou een priester op de troon van de koning zijn. Bovendien schreef Zacharias dat ‘Jozua’ de naam van de Tak was. Wat betekende dat?
De naam ‘Jozua’ is de naam ‘Jezus’
We hadden hier relevante details van de Bijbelvertaling samengevat die nodig zijn om het verder te begrijpen. De originele Hebreeuwse Bijbel werd in 250 vGT in het Grieks vertaald en werd de Septuaginta of LXX genoemd. We zagen hoe de Septuaginta de titel ‘Christus’ bekend maakte. Hier volgen we dezelfde analyse voor ‘Jozua’.

Joshua is een Hebreeuwse transliteratie van de oorspronkelijke Hebreeuwse naam ‘Yhowshuwa’. Kwadrant #1 laat zien hoe Zacharias ‘Jozua’ in 520 vGT in het Hebreeuws schreef als ‘Yhowshuwa’. Geleerden translitereren het Hebreeuwse ‘Yhowshuwa’ in moderne Bijbelvertalingen (#1-> #3). ‘Yhowshuwa’ in het Hebreeuws is hetzelfde als Joshua in moderne talen zoals Engels. Maar toen de Septuaginta in 250 vGT uit het Hebreeuws naar het Grieks werd vertaald, werd Yhowshuwa getranscribeerd naar Iesous (#1 -> #2). ‘Yhowshuwa’ in het Hebreeuws is hetzelfde als Iesous in het Grieks. Wanneer geleerden het Griekse Nieuwe Testament naar moderne talen (zoals Engels) vertalen, wordt Iesous getranscribeerd naar ‘Jezus’ (#2 -> #3). Iesous is in het Grieks hetzelfde als Jezus .
Mensen noemden Jezus ‘ Yhowshuwa ’ als ze in het Hebreeuws met hem spraken. Maar de schrijvers van het Griekse Nieuwe Testament schreven zijn naam als ‘Iesous’ . Dit was precies zoals de Griekse Septuaginta in het Oude Testament die naam schreef. In nieuwtestamentische vertalingen van de moderne talen van vandaag (#2 -> #3) wordt ‘ Iesous ‘ getranscribeerd naar het bekende ‘Jezus’.
Dus de naam: ‘Yhowshuwa’ = ‘Jezus’ = ‘Jozua’ .
De naam ‘Jezus’ doorloopt een tussenliggende Griekse stap, en ‘Jozua’ komt rechtstreeks uit het Hebreeuws.
Samenvattend hadden zowel Jezus van Nazareth als Jozua, de Hogepriester van 520 vGT, dezelfde naam. Ze heetten ‘Yhowshuwa’ in hun geboorteland Hebreeuws, maar in het Grieks werden ze allebei ‘Iesous’ genoemd.
Jezus van Nazareth is de Tak
Nu is de profetie van Zacharia logisch. Hij voorspelde in 520 vGT dat de naam van de komende Tak ‘Jezus ‘ zou zijn. Daarbij verwees hij rechtstreeks naar Jezus van Nazareth.
Jezus van Nazareth is buiten de evangeliën bekend. De Joodse Talmoed, Josephus en alle andere historische schrijvers van Jezus, zowel vriend als vijand, noemden hem altijd ‘Jezus’ of ‘Christus’. Zijn naam is dus niet verzonnen in de Evangeliën. Maar Zacharias voorspelde zijn naam 500 jaar voordat hij leefde.
Diende als priester…
Deze komende Jezus zou volgens Zacharias de rollen van Koning en Priester verenigen. Wat deden de priesters? Namens het volk brachten zij offers aan God om de zonden te verzoenen. De priester bedekte de zonden van het volk door offers te brengen. Op dezelfde manier zou de komende Tak ‘ Jezus’ een offer brengen zodat de HEER ‘de zonde van dit land in één dag kon wegnemen’. Dit was de dag waarop Jezus zichzelf offerde.
Hoewel bekend als Christus
Denk nu eens aan het leven van Jezus van Nazareth. Hij beweerde zeker een koning te zijn – de koning in feite. Dit is wat ‘ Christus ‘ betekent. Maar wat hij deed toen hij op aarde was, was eigenlijk priesterlijk. De priester bracht namens het volk aanvaardbare offers. De dood van Jezus was ook namens ons een offer aan God. Zijn dood vond dus plaats in zijn priesterlijke rol. Bij zijn dood voldeed hij aan alle vereisten als priester, ook al kennen de meesten hem als ‘De Christus’ of Koning. Bij zijn opstanding toonde hij zijn macht en gezag over de dood. Hij bracht de twee rollen samen.
De Tak, degene die David lang geleden de ‘Christus’ noemde , is de Priester-Koning. Opmerkelijk is dat de profeet Zacharias zijn naam ruim 500 jaar vóór zijn geboorte in profetie opschreef.
De Profeten voorspelden toen wanneer de Christus zou komen. Wij bekijken dit hierna .