We hebben gekeken hoe de mensheid uit haar eerste geschapen staat viel. De Bijbel vertelt ons dat God een plan had, gebaseerd op een belofte die aan het begin van de geschiedenis werd gedaan.
De Bijbel – Echt een bibliotheek

Eerst enkele feiten over de Bijbel. De Bijbel is een verzameling boeken, geschreven door vele auteurs. Het duurde meer dan 1500 jaar om al deze boeken van begin tot eind te schrijven. Dit maakt de Bijbel meer als een bibliotheek en onderscheidt hem van andere Grote Boeken. Als slechts één auteur, of een groep die elkaar kende, de boeken van de Bijbel zou schrijven, zou de eenheid ons niet verbazen. Maar honderden en zelfs duizenden jaren scheiden de verschillende auteurs van de Bijbel. Deze schrijvers komen uit verschillende landen, talen en sociale posities. Maar hun boodschappen en voorspellingen houden verband met elkaar en met de historische feiten die buiten de Bijbel zijn opgetekend. De oudste exemplaren van de oudtestamentische boeken (de boeken van vóór Jezus) die vandaag de dag nog steeds bestaan, dateren uit 200 voor Christus. Bestaande exemplaren van het Nieuwe Testament dateren uit 125 CE en later.
De evangeliebelofte in de tuin
Helemaal aan het begin van de Bijbel zien we een voorbeeld van hoe de Bijbel de toekomst voorspelt. Hoewel het het begin weergeeft, is het geschreven met het einde in gedachten. Hier zien we een belofte wanneer God Satan (die de vorm van een slang had) met een raadsel confronteert, net nadat hij de val van de mensheid teweegbracht.
15 En jij en de vrouw zullen elkaars vijanden zijn. En jouw kinderen en haar kind[a] zullen elkaars vijanden zijn. Haar kind zal jouw kop verpletteren en jij zal de hiel van haar kind verpletteren.”[b]
Genesis 3:15
Je kunt zien dat dit profetisch is doordat ‘wil’ wordt herhaald in de toekomende tijd. De tekst identificeert specifiek vijf verschillende karakters. Zij zijn:
- Ik =God
- jij = slang of Satan
- De vrouw
- Het nageslacht van de vrouw
- Het nageslacht van de slang of Satan
The Promise voorspelt hoe deze personages zich in de toekomst zullen verhouden. Het diagram illustreert hun toekomstige relaties.

Er staat niet wie ‘de vrouw’ is. Maar God zal ervoor zorgen dat zowel Satan als de vrouw ieder een ‘nakomeling’ krijgen. Er zal ‘vijandschap’ of haat zijn tussen deze nakomelingen en tussen de vrouw en Satan. Satan zal de nakomelingen van de vrouw ‘in de hiel slaan’. Maar het nageslacht van de vrouw zal ‘de kop van Satan verpletteren’.
Wie is het nageslacht ? – een ‘hij’
We hebben enkele observaties gedaan, nu enkele conclusies. Omdat de ‘nakomeling’ van de vrouw een ‘hij’ is, kunnen we enkele mogelijkheden terzijde schuiven.
Als ‘hij’ is het nageslacht geen ‘zij’ en kan dus geen vrouw zijn.
Als ‘hij’ is het nageslacht geen ‘zij’. Dit sluit een groep mensen, of een ras, of een team, of een natie uit. Op verschillende momenten en op verschillende manieren hebben mensen gedacht dat een ‘zij’ de menselijke situatie zou oplossen. Maar het nageslacht, dat een ‘hij’ is, is geen groep mensen, of het nu om een natie gaat of om mensen van een bepaalde religie, zoals bij hindoes, boeddhisten, christenen of moslims.
Als ‘hij’ is het nageslacht een persoon en niet een ‘het’. Het nageslacht is geen filosofie, leer, politiek systeem of religie – aangezien dit allemaal ‘het is’ is. Een ‘it’ als deze zou onze voorkeur hebben gehad om de corruptie op te lossen , omdat mensen altijd nieuwe systemen en religies bedenken. God had iets anders in gedachten: een ‘hij’, een enkele mannelijke mens. Deze ‘hij’ zou de kop van Satan verpletteren.
Let op wat er niet wordt gezegd. God zegt niet dat dit nageslacht uit de vrouw en de man zal komen, maar alleen uit de vrouw. Dit is vooral ongebruikelijk omdat de Bijbel bijna altijd alleen vermeldt dat de zonen via de vaders voortkomen. Sommigen beschouwen de Bijbel als seksistisch omdat er alleen maar vaders van zonen in staan vermeld. Maar hier is het anders: er is geen belofte dat er een nageslacht (een ‘hij’) uit een man komt. Er staat alleen dat er uit de vrouw een nageslacht zal komen, zonder een man te noemen .
Een veel latere Profeet bouwt voort op die Belofte
Honderden jaren later voegde een oudtestamentische profeet het volgende toe:
14 U wil God niet om een teken vragen. Daarom zal de Heer u ongevraagd een teken geven: het meisje dat nog maagd is, zal in verwachting raken en een zoon krijgen. Ze zal hem Immanuël (= ‘God met ons’) noemen.[a]
Jesaja 7:14
Meer dan 700 jaar na Jesaja werd Jezus geboren (zo zegt het Nieuwe Testament) uit een maagd – wat Jesaja vervulde. Maar voorspelt deze tekst Jezus zelfs al zo vroeg – precies aan het begin van de menselijke geschiedenis? Dit past bij het nageslacht als een ‘hij’, niet als een ‘zij’, ‘zij’ of ‘het’. Vanuit dat perspectief is het logisch als je het raadsel leest.

Internetarchief Boekafbeeldingen , geen beperkingen, via Wikimedia Commons
‘Sla op zijn hiel’??
Maar wat betekent het dat de slang ‘zijn hiel’ zou slaan? Een jaar lang heb ik in de jungle van Kameroen gewerkt. We moesten dikke rubberen laarzen dragen in de vochtige hitte, omdat de slangen in het lange gras lagen en je voet – je hiel – zouden raken en je zouden doden. Na die jungle-ervaring leek het me logisch. De ‘hij’ zou Satan, de slang, vernietigen. Maar ‘hij’ zou daarbij worden gedood. Dat is een voorafschaduwing van de overwinning die door het offer van Jezus wordt behaald.
‘De vrouw’ – een dubbele betekenis
Dus als deze Belofte aan het Begin Jezus betreft, dan zou de vrouw de maagdelijke vrouw zijn die hem ter wereld bracht: Maria. Maar er is een tweede betekenis. Merk op hoe een andere oudtestamentische profeet naar Israël verwijst.
17 In die tijd zal Ik voor Israël een verbond sluiten met de wilde dieren, de vogels en de kruipende dieren zodat ze je geen kwaad doen. Ook zal Ik ervoor zorgen dat er geen oorlog meer is in het land. Zo zul je veilig kunnen wonen.
18 Israël, je zal mijn bruid worden, voor eeuwig. Ik zal jou tot mijn bruid maken omdat Ik eerlijk, trouw, liefdevol en vriendelijk ben. 19 Ik zal jou opnieuw tot mijn bruid maken door je te laten zien dat Ik trouw ben. Je zal Mij werkelijk leren kennen. 20 In die tijd zal Ik geven wat er nodig is. Ik zal geven wat de hemel nodig heeft. En de hemel zal geven wat de aarde nodig heeft.
Hosea 2:17-20
Israël wordt in de Bijbel de vrouw van de HEER genoemd – een vrouw. Vervolgens beschrijft het laatste boek in de Bijbel een conflict dat deze vrouw met haar vijand zal doormaken
12 Toen was er iets heel bijzonders in de hemel te zien. Ik zag een vrouw, stralend als de zon. Ze had de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren om haar hoofd. 2 Ze was in verwachting. Ze schreeuwde van pijn, omdat haar Kind geboren ging worden.
3 Er was nog iets in de hemel te zien: een grote rode draak met zeven koppen en tien horens. Op elke kop had hij een kroon. 4 Met zijn staart sleepte hij een derde deel van de sterren van de hemel mee en gooide die op de aarde. De draak ging voor de vrouw staan. Hij wilde het Kind opeten, zodra het was geboren. 5 Ze kreeg een Zoon die streng over de volken zou heersen, als met een ijzeren staf. Plotseling werd haar Kind meegenomen naar God op zijn troon. 6 De vrouw vluchtte naar de woestijn. Daar had God een schuilplaats voor haar klaargemaakt waar ze zou kunnen wonen. Daar zou Hij 1260 dagen (3½ jaar) voor haar zorgen.
7 Toen begon er in de hemel een oorlog. Want Michaël[a] en zijn engelen streden met de draak en zijn engelen. 8 De draak en zijn engelen werden verslagen. Ze mochten niet meer in de hemel blijven. 9 De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de oude slang en wordt ook wel de duivel of de satan genoemd. Hij is het die de mensen ongehoorzaam maakt aan God. Hij werd samen met zijn engelen op de aarde gegooid.
10 Ik hoorde in de hemel een stem luid zeggen: “God heeft redding gebracht. Alle kracht en macht zijn van God en van zijn Gezalfde. Want hij die onze broeders dag en nacht bij God beschuldigt, is op de aarde gegooid. 11 En ze hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door de mensen over Jezus te vertellen. Ze hadden hun leven voor de Heer over. Ze waren niet bang om voor hun geloof te worden gedood. 12 Wees daarom blij, iedereen die in de hemel woont! Maar voor de mensen op de aarde en de zee zal het een vreselijke tijd worden, want daar is de duivel nu. Hij is razend van woede. Want hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.”
13 Toen de draak zag dat hij op de aarde was gegooid, achtervolgde hij de vrouw die het Kind had gekregen. 14 Maar God gaf haar adelaarsvleugels om naar haar schuilplaats in de woestijn te vliegen. Daar werd er een tijd, twee tijden en een halve tijd (3½ jaar) voor haar gezorgd. De slang kon haar daar niet vinden. 15 De slang spuugde een stroom van water achter de vrouw aan. Hij wilde haar door het water laten meesleuren. 16 Maar de aarde kwam de vrouw te hulp. De grond scheurde open en slokte de rivier op die de draak had uitgespuugd. 17 Toen werd de draak razend van woede op de vrouw. Hij ging weg om tegen de rest van haar kinderen te strijden. Dat zijn de mensen die God gehoorzamen en aan de mensen over Jezus vertellen.
Openbaring 12:1-17
Omdat Jezus een Jood was, is hij tegelijkertijd het nageslacht van Maria, de vrouw, en Israël, de vrouw. De belofte kwam in beide richtingen uit. De oude slang verkeert in vijandschap met Israël, ‘de vrouw’, en heeft haar de oorlog verklaard. Dit verklaart de unieke problemen waar de Joden doorheen hun lange geschiedenis onder hebben geleden, en dit werd al vanaf het allereerste begin voorspeld.
Het nageslacht van de slang?
Maar wie is dit nageslacht van Satan ? In het laatste boek van de Bijbel, vele pagina’s en duizenden jaren na de Belofte in Genesis, wordt een komende persoon voorspeld. Let op de beschrijving:
8 Het beest dat je zag, was er eerst, maar is er nu niet. Het zal uit de bodemloze put komen en het zal vernietigd worden. En de mensen die niet vanaf het begin van de aarde opgeschreven staan in het Boek van het Leven, zullen verbaasd zijn als ze het beest zien. Want het was er eerst, en is er nu niet, maar is er toch.
9 Er is wijsheid voor nodig om het volgende te begrijpen: de zeven koppen zijn zeven bergen waarop de vrouw zit.
Openbaring 17:8-9
Dit beschrijft een gevecht tussen de nakomelingen van de vrouw en de nakomelingen van Satan. Maar het wordt voor het eerst geopenbaard in de belofte van Genesis, helemaal aan het begin van de Bijbel, en de details worden later ingevuld. Het aftellen naar een laatste strijd tussen Satan en God begon lang geleden in de Hof. Je zou bijna denken dat de geschiedenis echt Zijn verhaal is.
Het Bijbelverhaal gaat verder
Het drama van die dag eindigt niet met deze Belofte. God gaat vervolgens aan de slag om hen te kleden, een zet vol symbolische betekenis.
Het Bijbelse verslag verhaalt vervolgens over de cataclysmische vloed die bijna de hele mensheid verwoestte, gevolgd door de oorsprong van verschillende talen en rassen. Na deze gebeurtenissen zette God Zijn eerste stap om deze Belofte hierboven te voltooien. Dat deed hij door een man te roepen om een lange reis te maken.