De Bijbel is een opmerkelijk boek. Het beweert dat God het heeft geïnspireerd, en legt ook nauwkeurig de geschiedenis vast. Vroeger twijfelde ik aan de historische nauwkeurigheid van de eerste hoofdstukken van het eerste boek in de Bijbel – Genesis. Dit was het verhaal van Adam en Eva, het paradijs, de verboden vrucht, een verleider, gevolgd door het verhaal van Noach die een wereldwijde vloed overleefde. Ik dacht, net als de meeste mensen vandaag, dat deze verhalen echt poëtische metaforen waren.
Terwijl ik deze vraag onderzocht, deed ik een aantal fascinerende ontdekkingen die mij ertoe brachten mijn overtuigingen te heroverwegen. Eén ontdekking lag ingebed in het Chinese schrift. Om dit te zien moet je wat achtergrondinformatie over de Chinezen kennen.
Chinees schrift
Geschreven Chinees ontstond vanaf het begin van de Chinese beschaving, ongeveer 4200 jaar geleden, zo’n 700 jaar voordat Mozes het boek Genesis schreef (1500 v.Chr.). We herkennen allemaal Chinese kalligrafie als we het zien. Wat velen van ons niet weten is dat ideogrammen of Chinese ‘woorden’ zijn opgebouwd uit eenvoudiger afbeeldingen die radicalen worden genoemd . Het is vergelijkbaar met hoe het Engels eenvoudige woorden (zoals ‘fire’ en ‘truck’) neemt en deze combineert tot samengestelde woorden (‘firetruck’). De Chinese kalligrafie is in de duizenden jaren weinig veranderd. We weten dit uit geschriften gevonden over oud aardewerk en botartefacten. Pas in de 20e eeuw, onder het bewind van de Chinese Communistische Partij, werd het script vereenvoudigd.
‘Eerste’ voor Chinees
Neem bijvoorbeeld het Chinese ideogram voor het abstracte woord ‘eerste’. De afbeelding laat het zien.

‘Eerste’ is een verbinding van eenvoudigere radicalen, zoals weergegeven. Je kunt zien hoe deze radicalen allemaal gecombineerd worden gevonden in ‘eerste’. De afbeelding toont ook de betekenis van elk van de radicalen. Wat dit betekent is dat ongeveer 4200 jaar geleden, toen de eerste Chinese schriftgeleerden het Chinese schrift vormden, zij zich bij radicalen voegden met de betekenis van ‘levend’+’stof’+’man’ => ‘eerste’.
Maar waarom? Welk natuurlijk verband bestaat er tussen ‘stof’ en ‘eerst’? Er is geen. Maar let op de schepping van de eerste mens in Genesis.
17 Maar je mag niet eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Want op de dag dat je daarvan eet, zul je sterven.”
Genesis 2:17
God maakte de ‘eerste’ mens (Adam) levend uit stof. Maar waar haalden de oude Chinezen deze relatie vandaan, 700 jaar voordat Mozes Genesis schreef?
Praat en creëer voor Chinees
Denk hierover na:

De radicalen voor ‘stof’ + ‘mondadem’ + ‘levend’ vormen samen het ideogram ‘spreken’. Maar dan combineert ‘praten’ zich met ‘lopen’ om ‘creëren’ te vormen.

Maar wat is het natuurlijke verband tussen ‘stof’, ‘mondademhaling’, ‘levend’, ‘lopen’ en ‘scheppen’ dat de oude Chinezen ertoe zou brengen deze relatie te leggen? Maar dit vertoont ook een opvallende gelijkenis met Genesis 2:17 hierboven.
De Chinese Duivel en Verleider
Deze gelijkenis blijft bestaan. Merk op hoe ‘duivel’ ontstaat uit ‘een man die zich in het geheim door de tuin beweegt’. Wat is de natuurlijke relatie tussen tuinen en duivels? Ze hebben er helemaal geen.

Toch bouwden de oude Chinezen hierop voort door vervolgens ‘duivel’ te combineren met ‘twee bomen’ voor ‘verleider’!

Dus de ‘duivel’ onder de dekking van ‘twee bomen’ is de ‘verleider’. Als ik een natuurlijke verbinding met verleiding wilde maken, zou ik misschien een sexy vrouw in een bar laten zien, of iets anders verleidelijks. Maar waarom twee bomen? Wat hebben ‘tuinen’ en ‘bomen’ te maken met ‘duivels’ en ‘verleiders’? Vergelijk nu met het Genesisverslag:
8 Ook maakte de Heer God een tuin in Eden (= ‘prachtig’), in het Oosten. Daar zette Hij de mens neer die Hij had gemaakt. 9 Ook zorgde de Heer God ervoor dat daar allerlei bomen groeiden. Prachtige bomen met heerlijke vruchten. Midden in de tuin stonden de boom van eeuwig leven en de boom van kennis van goed en kwaad.
Genesis 2:8-9
3 De slang was sluwer dan alle andere wilde dieren die de Heer God had gemaakt. Hij zei tegen de vrouw: “God heeft toch gezegd dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?”
Genesis 3:1

Het Genesisverslag laat inderdaad een verband zien tussen ‘begeren’, ‘twee bomen’ en ‘vrouw’.
6 Toen wilde de vrouw erg graag van de vruchten in de boom eten. Ze zagen er zó aantrekkelijk uit! Ze wilde er zo graag van eten omdat ze dan wijs zou worden. Ze plukte een vrucht van de boom en at hem op. Ze gaf er ook één aan haar man, die bij haar stond. Hij at de vrucht op.
Genesis 3:6
De grote boot
Beschouw nog een opmerkelijke parallel. De afbeelding toont het Chinese ideogram voor ‘grote boot’ en de radicalen waaruit dit ideogram bestaat:

Het zijn ‘acht’ ‘mensen’ in een ‘vat’. Als ik een grote boot zou vertegenwoordigen, waarom zouden er dan niet 3000 mensen in een schip zitten? Waarom acht? Interessant is dat er in het Genesisverslag van de zondvloed acht mensen in de ark van Noach zijn (Noach, zijn drie zonen en hun vier vrouwen).
Genesis als geschiedenis
De parallellen tussen de vroege Genesis en het Chinese schrift zijn opmerkelijk. Je zou zelfs kunnen denken dat de Chinezen Genesis lazen en ervan leenden, maar de oorsprong van hun taal ligt 700 jaar vóór Mozes. Is het toeval? Maar waarom zoveel ‘toevalligheden’? Waarom zijn er geen dergelijke parallellen met de Chinezen voor de latere Genesisverhalen over Abraham, Isaak en Jacob?
Maar stel dat Genesis echte historische gebeurtenissen optekent. Vervolgens ontstonden de Chinezen – als ras- en taalgroep – in Babel (Genesis 11), net als alle andere oude taal-/raciale groepen. Het verhaal van Babel vertelt hoe God de taal van de kinderen van Noach door God verwarde, zodat ze elkaar niet konden verstaan. Dit resulteerde in hun migratie uit Mesopotamië, en het beperkte gemengde huwelijken tot binnen hun taal. De Chinezen waren een van deze volkeren die zich uit Babel verspreidden. In die tijd waren de scheppings-/zondvloedverslagen in Genesis hun recente geschiedenis. Dus toen ze teksten ontwikkelden voor abstracte begrippen als ‘begeren’, ‘verleider’ enz., baseerden ze zich op verslagen die ze goed kenden uit hun geschiedenis. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van zelfstandige naamwoorden – zoals ‘grote boot’. Ze haalden dat uit de buitengewone verhalen die ze zich herinnerden.
Zo hebben zij vanaf het begin van hun beschaving in hun taal een herinnering aan de schepping en de zondvloed ingebed. Naarmate de eeuwen verstreken, vergaten ze de oorspronkelijke reden, zoals zo vaak gebeurt. Als dit het geval is, dan zijn in het Genesisverslag echte historische gebeurtenissen vastgelegd, en niet alleen maar poëtische metaforen.
Chinese grensoffers
De Chinezen hadden ook een van de langstlopende ceremoniële tradities op aarde. Vanaf het begin van de Chinese beschaving (circa 2200 vGT) offerde de Chinese keizer tijdens de winterzonnewende altijd een stier aan Shang-Di (‘Keizer in de hemel’, dwz God). Deze ceremonie ging door gedurende alle Chinese dynastieën. In feite werd er pas in 1911 een einde aan gemaakt toen generaal Sun Yat-sen de Qing-dynastie omver wierp. Zij voerden dit stierenoffer jaarlijks uit in de ‘Tempel van de Hemel’, nu een toeristische trekpleister in Beijing. Ruim 4000 jaar lang werd er dus ieder jaar door de Chinese keizer een stier geofferd aan de Hemelse Keizer
Waarom?
Lang geleden stelde Confucius (551-479 vGT) deze vraag. Hij schreef:
“Hij die de ceremoniën van de offers aan hemel en aarde begrijpt… zou de regering van een koninkrijk net zo gemakkelijk vinden als in zijn handpalm kijken!”
Wat Confucius zei was dat iedereen die het mysterie van het offer kon ontsluieren, wijs genoeg zou zijn om over het koninkrijk te regeren. Dus tussen 2200 vGT, toen het grensoffer begon, tot de tijd van Confucius (500 vGT), verloren of vergaten de Chinezen de oorspronkelijke reden voor het offer. Toch gingen ze door met het jaarlijkse offer nog eens 2400 jaar tot 1911 CE.
Als de betekenis in hun kalligrafie niet verloren was gegaan, had Confucius misschien een antwoord op zijn vraag kunnen vinden. Denk eens aan de radicalen die gebruikt zijn om het woord voor ‘rechtvaardig’ te construeren.

Gerechtigheid is een samenstelling van ‘schapen’ bovenop ‘mij’. En ‘ik’ is een samenstelling van ‘hand’ en ‘lans’ of ‘dolk’. Het geeft het idee dat mijn hand het lam zal doden en tot gerechtigheid zal leiden. Het offer of de dood van het lam in mijn plaats geeft mij gerechtigheid.
Oude offers in de Bijbel
De Bijbel vermeldt veel dierenoffers lang voordat Mozes met het Joodse offersysteem begon. Abel (de zoon van Adam) en Noach brengen bijvoorbeeld offers (Genesis 4:4 en 8:20). Het lijkt erop dat de vroegste volkeren begrepen dat dierenoffers een vervangende dood symboliseerden die nodig was voor gerechtigheid. Eén van de titels van Jezus was ‘Lam van God’ (Johannes 1:29). Zijn dood was het echte offer dat gerechtigheid schenkt. Alle dierenoffers – inclusief de oude Chinese grensoffers – waren slechts afbeeldingen van zijn offer. Dit is waar Abrahams offer van Isaak op wees, evenals het Pascha-offer van Mozes. De oude Chinezen leken met dit begrip te zijn begonnen lang voordat Abraham of Mozes leefden. Maar tegen Confucius’ tijd waren ze het alweer vergeten.
Gods gerechtigheid geopenbaard
Dit betekent dat mensen vanaf het begin van de geschiedenis het offer en de dood van Jezus voor gerechtigheid begrepen. Een herinnering aan dit eeuwenoude begrip is zelfs in de dierenriem bewaard gebleven. Het leven, de dood en de opstanding van Jezus kwamen voort uit Gods planning.
Dit gaat tegen onze instincten in. Wij denken dat gerechtigheid gebaseerd is op de barmhartigheid van God of op onze verdiensten. Met andere woorden, velen denken dat er geen betaling nodig is voor de zonde, omdat God uitsluitend barmhartig is en niet heilig. Anderen denken dat er wel wat betaald moet worden, maar dat we die kunnen betalen door de goede dingen die we doen. Dus we proberen goed of religieus te zijn en we hopen dat het allemaal zal lukken. Het Evangelie contrasteert met deze gedachtegang:
21 Nu heeft God een manier gegeven om de mensen vrij te spreken van hun schuld. Maar buiten de wet om. In de wet van Mozes en in de boeken van de profeten wordt daar al over gesproken. 22 Iedereen kan nu vrijgesproken worden, door te geloven in Jezus Christus. Het maakt voor God niet uit wie of wat je bent.
Romeinen 3:21-22
Misschien waren de Ouden zich bewust van iets dat we dreigen te vergeten.
Bibliografie
- De ontdekking van Genesis . CH Kang & Ethel Nelson. 1979
- Genesis en het mysterie dat Confucius niet kon oplossen . Ethel Nelson en Richard Broadberry. 1994